Bij de financieringsdesk proberen we samen met de accountant en de cliënt tot de meeste gunstige oplossing te komen voor een financieringsaanvraag. Maar banken sturen steeds meer aan op ‘standaard’ financials, dit worden knock-out criteria genoemd. Dit werkt voor hen kostenbesparend in deze hectische tijd. Het is voor u als accountant belangrijk om te weten welke termen er gehanteerd worden. U bent dan een betere partner bij investeringsaanvragen van uw klant. Welke termen zijn er zoal?
EBITDA
EBITDA(E) staat voor Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation, Amortization and Exceptional Items. Dit zijn de ‘opbrengsten’ voor rentekosten, belasting, waarde verminderingen en afschrijvingen. Deze term geeft in principe meer inhoud aan het begrip winst. Het geeft aan wat de werkelijke operationele prestatie is van een bedrijf. Dit kengetal wordt door banken steeds meer gebruikt. Om te vergelijken (horizontaal en verticaal), maar vooral om te meten wat de betalingscapaciteit is van de onderneming.
Debt to EBITDA
Debt to EBITDA is een kengetal waarmee inzicht wordt verkregen in de verhouding van het vreemde vermogen ten opzichte van de opbrengst voor rente, belasting, waarde verminderingen en afschrijvingen. Deze ratio geeft een inschatting van de termijn waarin een onderneming haar schuld kan aflossen. De debt to EBITDA ratio wordt met name gebruikt voor de inschatting van het (krediet)risico. Hoe hoger de debt to EBITDA ratio is, hoe hoger de schuld en het risico. De ‘gewenste’ hoogte van deze ratio verscheelt per branche en type onderneming. Bij een branche met een volatiele EBITDA liggen de risico’s wat hoger en daarmee de debt/Ebita wat lager. In de huidige tijd zien we dat deze ratio, en daarmee de wil om te financieren, afneemt. In recente hoogtij dagen was een Debt/Ebitda van tussen de 4-5 acceptabel. In de huidige tijd daalt de interesse van banken, waardoor de Debt/Ebitda zakt naar de 3-4.
Solvabiliteit
Dit de mate waarin een onderneming in staat is aan de lange termijn verplichtingen van schuldeisers te voldoen. De verhouding tussen eigen vermogen en balanstotaal (EV/Balanstotaal). Dit getal is belangrijk voor de bestaande financiers maar ook voor nieuwe investeringen. Banken willen dat de solvabiliteit op een acceptabel niveau blijft. Of er een eigen inbreng wordt gevraagd bij een investering is dus afhankelijk van de winstcapaciteit van het bedrijf.
Loan to Value Ratio (LtV)
De Loan to Value is de verhouding tussen de hoogte van de financiering en de (taxatie-)waarde van het onderpand. De banken hanteren hiervoor op dit moment een norm van maximaal 60-70%. Er zijn ook partijen die (afhankelijk van het onroerend goed) hoger willen financieren in de LtV. Ook hierbij geldt dat de banken de aflopen periode wat voorzichtiger zijn geworden in het financieren van onroerend goed. De banken hebben ook de mogelijkheid om de ondernemer te dwingen tot extra aflossingen, extra zekerheid of hogere rente als blijkt dat de LtV onder een bepaald niveau is gezakt. In offertes wordt steeds vaker opgenomen dat banken ondernemers tot een taxatie kunnen dwingen om de LtV regelmatig te toetsen.
Sale-and-leaseback
Sale-and-leaseback is een vorm van leasing, waarbij de ondernemer een bedrijfsmiddel of een gebouw aan een bank/investeerder verkoopt en vervolgens een lease-contract afsluit of terug huurt. Deze vorm zien we regelmatig voorbij komen, de ondernemer kan de ‘vrije’ activa gebruiken voor een financiering. Hiermee worden liquide middelen genereerd.