Verwerking latente belastingvordering in een jaarrekening. Waar moet u op letten?
Vraag
Een Besloten Vennootschap heeft na enkele mindere jaren inmiddels een compensabel verlies opgebouwd van € 150.000. Tot op heden is er geen latente belastingvordering (actieve latentie) opgenomen. Toch begin ik te twijfelen of deze alsnog opgenomen moet worden. Kunt u aangeven hoe de regels hiervoor zijn en of deze ook opgenomen wordt in een jaarrekening op fiscale grondslag?
Antwoord
Voor beschikbare voorwaartse verliescompensatie moet een latente belastingvordering worden opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er voldoende fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee de verliezen kunnen worden gecompenseerd (RJ 272.311 en RJK B15.109). Voor het vaststellen of dit waarschijnlijk is dat er voldoende fiscale winst zal zijn, neemt u het volgende in aanmerking:
- Hoe zijn deze verliezen ontstaan en in hoeverre zal deze situatie zo blijven? Waren dit incidentele verliezen of structurele?
- Beoordeling van de gebeurtenissen na balansdatum; als op het moment dat de jaarrekening wordt opgesteld al blijkt dat in het nieuwe jaar reeds winsten gerealiseerd worden zal de fiscale verrekening al op korte termijn plaatsvinden.
- Heeft de vennootschap mogelijkheden tot verrekening? Als de vennootschap stille reserves heeft die door verkoop (buiten de fiscale eenheid) gerealiseerd worden dan zal de latente belastingvordering opgenomen moeten worden.
Op iedere balansdatum moet de inschatting van de waarschijnlijkheid van realisatie worden gemaakt. Dit kan betekenen dat als voor een gedeelte van het compensabel verlies het waarschijnlijk is dat fiscale verrekening mogelijk is, er voor dat gedeelte een latente belastingvordering wordt opgenomen en voor het niet verrekenbare deel niet. In beginsel zal de latente belastingvordering onder de vlottende activa gepresenteerd worden; mocht de termijn voor verrekening langer zijn dan één jaar, dan zal deze opgenomen worden onder de financiële vaste activa.
Als de vennootschap ervoor kiest de jaarrekening op fiscale grondslag op te stellen dan zal er geen latente belastingvordering worden gepresenteerd (RJK D.3.1. 204)