Het Kerstarrest zit de meesten van ons nog vers in het geheugen. De Hoge Raad oordeelde op 24 december 2021 dat de manier waarop de box 3-heffing sinds 2017 is vormgegeven in strijd is met zowel het discriminatieverbod en het recht op ongestoord genot van eigendom.
In reactie hierop is de Wet rechtsherstel box 3 ingevoerd met terugwerkende kracht tot 1 januari 2017. Uitgangpunt van de heffing in box 3 is daarbij een forfaitair rendement, maar dan op basis van de werkelijke samenstelling van het vermogen van een belastingplichtige, uitgesplitst naar spaartegoeden, overige bezittingen en schulden.
Over deze nieuwe manier van forfaitair heffen, lopen verschillende procedures. Een aantal van deze geschillen liggen inmiddels bij de Hoge Raad.
In september 2023 is de conclusie van Advocaat-Generaal Wattel gepubliceerd. Hij concludeerde dat de Wet rechtsherstel box 3, net als de oorspronkelijke wetgeving in strijd is met het discriminatieverbod en het recht op ongestoord genot van eigendom.
Afgelopen maand volgde de conclusie van Advocaat-Generaal Pauwels over dit onderwerp in vijf cassatieprocedures. Net als A-G Wattel is hij van mening dat de Wet rechtsherstel box 3 niet voldoet. Hij vindt dat bij de bepaling van het werkelijke rendement zoveel mogelijk moet worden aangesloten bij het werkelijke rendement dat wordt behaald. Hij geeft daarbij ook zijn visie hoe dit werkelijk behaalde rendement moet worden bepaald.
De Hoge Raad hoeft de conclusie van de Advocaat-Generaal niet te volgen. Het is daarom wachten op het oordeel van de Hoge Raad.
De conclusie is te vinden via: bron
Heb je een vraag over dit artikel of een fiscale (helpdesk)vraag?
Stuur jouw vraag naar fiscaal@auxiliumadviesgroep.nl
Een van onze fiscalisten neemt contact met je op!