Elke werkdag bereikbaar op 033 433 72 17
9 januari 2025 Fiscaal

Aangescherpte regels rond de splitsingsvrijstelling: dit verandert er

De overheid heeft de regels voor de splitsingsvrijstelling in de overdrachtsbelasting (ovb) aangescherpt. Het doel? Onbedoeld gebruik voorkomen en meer rechtszekerheid creëren. Maar wat betekent dit precies en waarom is deze wijziging nodig?

Wat is de splitsingsvrijstelling?

De splitsingsvrijstelling van artikel 15, lid 1, onderdeel h WBRV zorgt ervoor dat de ovb geen belemmering vormt bij herstructureringen binnen bedrijven. Denk aan het opsplitsen van ondernemingen of het herpositioneren van onroerende zaken binnen een concern. Tot nu toe was deze regeling gekoppeld aan de vennootschapsbelasting (Vpb), wat in de praktijk leidde tot situaties waarin de vrijstelling ruimer werd toegepast dan oorspronkelijk bedoeld.

Waarom deze aanpassing?

De Belastingdienst zag dat bedrijven de splitsingsvrijstelling konden gebruiken om belasting te ontwijken. Bijvoorbeeld door bedrijfsonderdelen met onroerende zaken via een splitsing te verkopen, zonder ovb te betalen. Daarnaast was de bewijslast om misbruik aan te tonen vaak een uitdaging voor de Belastingdienst.

Met de nieuwe regels wordt de koppeling aan de Vpb losgelaten en komen er aanvullende eisen, zoals:

  • Een ondernemingseis: de afsplitsing moet een gehele onderneming (of een zelfstandig onderdeel daarvan) betreffen.
  • Een voortzettingseis: de verkrijgende rechtspersoon moet de onderneming drie jaar voortzetten.
  • Een (soort)gelijk belangeis en een aanhoudingseis: het soortgelijke belang in de rechtspersoon die de onroerende zaak verkrijgt, moet minimaal drie jaar worden aangehouden.

Wat verandert voor bedrijven?

Door deze aanpassingen wordt de splitsingsvrijstelling minder kwetsbaar voor misbruik. Bedrijven moeten nu aantonen dat ze aan de voorwaarden voldoen. Dit maakt de regeling niet alleen strenger, maar ook duidelijker en beter uitvoerbaar. Bovendien biedt de nieuwe aanpak ruimte voor zogenoemde ‘ruziesplitsingen’, waarbij aandeelhouders een structuur creëren die duurzaam blijft, zonder dat belastingontwijking een doel is.

Wat betekent dit in de praktijk?

Voor bedrijven en de Belastingdienst betekent dit minder procedures en snellere afhandeling van aangiften. Wel moeten sommige aangiften langer worden gevolgd om te controleren of de nieuwe eisen worden nageleefd.

Wanneer gaan de nieuwe regels in?

De regels zijn beoordeeld als uitvoerbaar door de Belastingdienst en treden met ingang van 1 juli 2025 in werking. Op splitsingen die vóór 1 juli 2025 hebben plaatsgevonden zijn de voorwaarden van toepassing die gelden op het moment van de splitsing of de verkrijging. Alleen op verkrijgingen die ná 1 juli 2025 plaatsvinden, zullen de nieuwe voorwaarden gelden.

Hulp nodig?

 

 

We helpen je graag! Stuur een mail aan fiscaal@auxiliumadviesgroep.nl.