Er zijn nogal wat redenen om bezwaar te maken tegen aanslagen inkomstenbelasting die nu worden opgelegd en waarin box 3 vermogen speelt. Uiteraard wordt er in deze aanslagen rekening gehouden met het naar aanleiding van het Kerstarrest ontworpen rechtsherstel, maar dit rechtsherstel schiet naar onze mening (en daarin zijn wij zeker niet alleen!) op veel fronten tekort.
Er is nog geen uitzicht op een massaal bezwaarprocedure voor bijvoorbeeld 2021. Dit terwijl er nu veel aanslagen binnenkomen, die naar onze mening geen recht doen aan de door de Hoge Raad gegeven aanwijzingen (zo veel mogelijk werkelijk rendement benaderen).
Wat nu wel loopt is de massaal bezwaar plus procedure voor de jaren 2017-2020, maar dat gaat erom om te beoordelen of de niet-bezwaarmakers over die jaren alsnog een rechtsingang moeten krijgen. Deze procedure ziet uitdrukkelijk niet op de jaren 2021 en volgende.
Wanneer bezwaar maken?
Voor alle aanslagen waarvoor de bezwaartermijn nog niet is verlopen raden wij aan om bezwaar te maken als er box 3 heffing van enige omvang verschuldigd is. Onlangs is er na overleg tussen de Belastingdienst en de koepelorganisaties afgesproken dat er voorlopig geen definitieve aanslagen over 2021 en 2022 (meer) worden opgelegd, als er sprake is van een box 3 vermogen dat uit meer bestaat dan alleen banktegoeden. Er worden wel voorlopige aanslagen opgelegd om te voorkomen dat de belastingplichtige te lang op zijn geld moet wachten, of te veel belastingrente verschuldigd wordt. Het is dus vooral van belang voor aanslagen over 2017 tot en met 2020 (over deze jaren worden nog wel definitieve aanslagen opgelegd), maar zal ook gelden als er in weerwil van bovenstaande toezegging toch een definitieve aanslag 2021 of 2022 wordt opgelegd. Tegen een voorlopige aanslag kan geen bezwaar worden ingediend.
Je kunt bij het maken van bezwaar niet volstaan met een zogenaamd pro forma bezwaar. Deze bezwaarschriften worden namelijk standaard afgewezen (eventueel nadat om motivering is gevraagd).
Al eerder hebben de koepelorganisaties namelijk met de Belastingdienst afgesproken om bezwaarschriften over de box 3 heffing over de jaren 2017 tot en met 2021 (voor zover tijdig ingediend en de bezwaartermijn nog open staat) die zijn gebaseerd op de stelling dat het werkelijk rendement lager is dan forfaitair bepaald, aan te houden. De Belastingdienst doet dan voorlopig geen uitspraak. Dit is in het voordeel van de belastingplichtigen, want de inspecteurs hadden tot dat moment instructie om elk bezwaar dat zich richt tegen de bepaling van de box 3 heffing op basis van het besluit of de wet rechtsherstel af te wijzen. Door de bezwaren die zijn gebaseerd op het werkelijke rendement aan te houden, wordt er meer tijd gewonnen om de Hoge Raad een uitspraak te laten doen over de vraag of het rechtsherstel voldoende tegemoetkomt aan het Kerstarrest van 24 december 2021. Ondertussen heeft de belastingplichtige zijn rechten wel veiliggesteld, omdat het bezwaar nog aanhangig is en hoeft deze dus niet tegen een afwijzing in beroep en hoger beroep.
De Belastingdienst heeft aan deze toezegging wel voorwaarden verbonden.
- Het bezwaar moet wel – enigszins- gemotiveerd zijn. Een pro forma bezwaar voldoet dus niet.
- In de (summiere) motivering moet worden verwezen naar het werkelijk rendement en naar de vermogenscategorie waarvoor het werkelijk rendement achterblijft. Er hoeft geen cijfermatige onderbouwing meegestuurd.
Model bezwaarschrift
Naar aanleiding hiervan hebben wij een nieuw model bezwaarschrift in onze modellenbibliotheek (exclusief voor leden van Auxilium) opgenomen. Hierin hebben wij zowel de door de Belastingdienst zelf geformuleerde bezwaargronden, als ook nog een aantal eigen gronden opgenomen. Je kunt eenvoudigweg aanvinken wat voor jouw klant speelt (kunnen ook meerdere opties zijn). Je kunt ook alles wat niet van toepassing is, verwijderen.