Bij de geruisloze omzetting van een onderneming naar een bv is het mogelijk om belastingschulden te crediteren. De Kennisgroep van de Belastingdienst heeft recent verduidelijking gegeven over de omvang van deze crediteringen. Wat betekent dit voor de praktijk?
Wat houdt creditering bij geruisloze omzetting in?
De standaardvoorwaarden bij de geruisloze omzetting bieden ruimte voor twee vormen van creditering in rekening-courant met de oprichter) (§ 8.2.1 van de standaardvoorwaarden):
- Creditering van materieel verschuldigde inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen op het overgangstijdstip
- Afrondingscreditering van maximaal 5% van het per saldo te storten aandelenkapitaal, met een absoluut maximum van €25.000.
Deze bedragen mag de oprichter onbelast opnemen uit de bv, zonder dat daar een termijn aan verbonden is.
Let op: naast deze twee expliciet toegestane crediteringen mag er bij oprichting geen verdere rekening-courantverhouding met de dga ontstaan. Dit is een belangrijk aandachtspunt bij het opstellen van de openingsbalans van de bv.
Wanneer is welke creditering van toepassing?
In de praktijk valt het overgangstijdstip vaak op 1 januari, direct na het laatste boekjaar. De materieel verschuldigde belasting blijkt dan uit de aangifte inkomstenbelasting over dat jaar. Valt het overgangstijdstip op een ander moment in het jaar? Dan moet de belastingschuld op een andere manier worden vastgesteld.
Let op: het gaat niet alleen om de belasting over het laatste jaar, maar ook om nog openstaande schulden uit eerdere jaren. Denk aan correcties uit boekenonderzoeken die nog niet zijn betaald.
Niet verplicht, wel strategisch
Beide crediteringen zijn optioneel. De afrondingscreditering is bedoeld om tot een ‘mooi’ bedrag aan aandelenkapitaal te komen. Maar let op: bij een beperkte fiscale ondernemingsbalans kan het verstandig zijn om (een deel van) de creditering achterwege te laten. Zo blijft er voldoende vermogen over om het aandelenkapitaal daadwerkelijk te volstorten.
Nieuwe duiding van de Kennisgroep
De kennisgroep heeft verduidelijkt dat alleen de nog te betalen inkomstenbelasting en premies op het overgangstijdstip meetellen voor de creditering. Voorlopige aanslagen die al zijn betaald vóór dat moment, mogen dus niet worden meegeteld.
Praktijkvoorbeeld
Stel: een ondernemer zet zijn eenmanszaak per 1 juli 2025 om in een bv. Uit de aangifte inkomstenbelasting over 2024 volgt een te betalen bedrag van €20.000. In maart 2024 heeft hij al €5.000 betaald via een voorlopige aanslag. Voor de creditering mag dan alleen het resterende bedrag van €15.000 worden meegenomen.
Let op: de premie Zvw (Zorgverzekeringswet) mag niet worden meegenomen in deze creditering. Alleen de materieel verschuldigde inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen komen in aanmerking.
Tot slot
De crediteringsmogelijkheden bij geruisloze omzetting bieden fiscaal voordeel, maar vragen om zorgvuldige afweging. Zeker bij beperkte vermogensruimte is het belangrijk om strategisch te kiezen.
Heb je vragen over dit onderwerp, of over de inbreng van een onderneming in een bv in bredere zin? Neem dan gerust contact op met onze fiscale collega’s. Zij denken graag met je mee over de beste aanpak in jouw situatie of die van je cliënten.
Wil je je kennis over dit onderwerp verder verdiepen? Meld je dan aan voor onze cursus ‘De bv in en uit’. Daarin behandelen we de belangrijkste aandachtspunten rond de inbreng én de terugkeer uit de bv-structuur, inclusief praktijkvoorbeelden en actuele jurisprudentie.
Hulp nodig?
Het team Fiscaal helpt je graag!