We hebben jullie vanaf het kerstarrest over box 3 op verschillende momenten en verschillende manieren op de hoogte gehouden van de acties die er voor jouw klanten zijn. Hierbij hebben we steeds onderscheid gemaakt tussen bezwaarmakers en niet-bezwaarmakers.
Voor de niet-bezwaarmakers is de procedure massaal ambtshalve bezwaar van belang. Deze geldt voor de jaren 2017-2020. Een niet-bezwaarmaker hoeft in beginsel dus (ook dit jaar) niet voor het eind van het jaar een verzoek om ambtshalve vermindering in te dienen (de termijn voor 2018 zou per 31 december 2023 verlopen).
Dat betekent niet dat we helemaal niets hoeven te doen en ook dat we voor geen enkele klant een verzoek om ambtshalve vermindering hoeven in te dienen. Wanneer moet dat wel?
- Als jouw klant wel bezwaar heeft gemaakt, vervolgens een vermindering op grond van het rechtsherstel heeft gekregen, maar het niet eens is met deze vermindering (omdat bijvoorbeeld het werkelijk rendement lager is);
- Als jouw klant geen bezwaar heeft gemaakt tegen een aanslag 2018 die is opgelegd op of ná 12 november 2021. Deze aanslag stond namelijk op de datum van het kerstarrest nog niet definitief vast en valt dus niet onder de massaal bezwaar plus procedure.
Voor deze klanten moet dus wel een verzoek ambtshalve vermindering 2018 worden ingediend.
De Belastingdienst heeft dit in overleg met de koepelorganisaties bevestigd en verzocht om áls er een verzoek ambtshalve vermindering 2018 wordt ingediend, hier de referentie 2018NNOT bij te gebruiken. De Belastingdienst kan dan het verzoek aanhouden tot de Hoge Raad meer duidelijkheid heeft gegeven over de uitwerking van het rechtsherstel.
Het verzoek moet gewoon bij het eigen belastingkantoor worden ingediend.
NB als er nu definitieve aanslagen Inkomstenbelasting worden opgelegd, ongeacht over welk belastingjaar (vanaf 2017) en er is sprake van box 3 vermogen raden wij aan om sowieso bezwaar in te dienen. Hierbij kan worden verwezen naar de lopende procedures en een beroep worden gedaan op het werkelijk rendement. Deze bezwaren worden ook aangehouden, maar dan zijn de rechten wel veiliggesteld.
Indien t.z.t. blijkt dat het werkelijk rendement toch hoger is dan het forfaitaire (bijvoorbeeld omdat een waardestijging moet worden meegenomen), dan kan dat niet leiden tot een verhoging van de aanslag. Afgezien van de kosten van het bezwaarschrift is bezwaar maken dus risicoloos voor wat betreft de box 3 heffing.
Heb je een vraag over dit artikel of een fiscale (helpdesk)vraag?
Stuur jouw vraag naar fiscaal@auxiliumadviesgroep.nl
Een van onze fiscalisten neemt contact met je op!