Een werkgever bevestigt via WhatsApp aan een werknemer dat zijn contract wordt verlengd. De werknemer stemt in met de verlenging. Maar in de praktijk bleek dat de werkgever twee verschillende arbeidsovereenkomsten had aangeboden. Daardoor ontstond er onduidelijkheid over met welk contract er ingestemd was. Werkgever ging uit van het contract van zeven maanden, de werknemer met die van twaalf maanden. Uiteindelijk werden beide contracten niet ondertekend.
Op de arbeidsovereenkomst was een cao van toepassing, waarin gesteld werd dat een werknemer standaard een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft, tenzij schriftelijk anders overeengekomen. De rechter stelde dan ook vast dat – nu er geen getekende arbeidsovereenkomst was – er sprake was van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Het dienstverband duurt daarom voort. De loonvordering van de werknemer over de vijf maanden slaagt.
Bron: ECLI:NL:RBOVE:2025:1210
Wat leren we uit deze casus?
Zorg ervoor dat er altijd een getekende arbeidsovereenkomst is voordat een werknemer start met werken. Sommige bedingen waaronder het proeftijdbeding en het concurrentiebeding kennen een schriftelijkheidsvereiste. Als de arbeidsovereenkomst niet is getekend, geldt dat deze bedingen ‘nietig’ zijn.
Ook bij de verlenging van een arbeidsovereenkomst geldt dat er sprake moet zijn van een schriftelijk aangeboden voorwaarde (bij voorkeur een volledige arbeidsovereenkomst) ter voorkoming van het betalen van een aanzegtermijn.
Onduidelijkheid of het niet aanbieden van een schriftelijke arbeidsovereenkomst kan met of zonder cao leiden tot een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.