Lijfrente afstorten in de BV. Overdragen aan een andere BV is niet toegestaan, tenzij dit gebeurt in het kader van overdracht van de onderneming.
Helpdeskvraag
Mijn klant wil de lijfrente in haar BV afstorten. Mag dat?
Antwoord
Afstorten naar een professionele uitvoerder (bank, beleggingsinstelling of verzekeringsmaatschappij) is toegestaan. Gebeurt dat in de oprentingsfase, dan moet de opgerente waarde worden afgestort. Ontvangt uw klant al lijfrente-uitkeringen, dan moet de commerciële waarde daarvan worden berekend. Dit is dezelfde waarde waarmee de dividendtoets wordt uitgevoerd. Het volstaat dus niet de (lagere) fiscale waarde aan de nieuwe uitvoerder over te maken. Voor afstorten zijn liquide middelen nodig. Afstorten naar een professionele uitvoerder mag ook nog als de gerechtigde al ouder is dan vijf jaar na het AOW-jaar, omdat de lijfrente in de BV al tijdig tot stand zal zijn gekomen.
Voor de volledigheid: overdragen aan een andere BV is niet toegestaan, tenzij dit gebeurt in het kader van overdracht van de onderneming.
Beschikt de BV niet over voldoende middelen om de gehele verplichting af te storten en heeft die onderdekking een zakelijke achtergrond, dan kan de Belastingdienst worden verzocht het resterende deel van de lijfrente niet voor verwezenlijking vatbaar te verklaren. In dat geval moeten de wel aanwezige middelen worden afgestort en de BV direct daarna worden geliquideerd.