Loonstop en loonopschorting zijn twee begrippen die vaak door elkaar worden gebruikt. Bij een loonstop wordt er geen loon uitbetaald tot het moment dat de werknemer zich weer houdt aan de re-integratie. Het loon wordt ook niet met terugwerkende kracht betaald. Bij loonopschorting wordt het loon alsnog met terugwerkende kracht betaald als de werknemer weer meewerkt aan zijn of haar re-integratie.
Een loonopschorting lijkt dan ook een passend middel om de werknemer in re-integratie te bewegen, bijvoorbeeld als de werknemer niet op het spreekuur van de bedrijfsarts komt. Of als hij niet bereikbaar is of weigert informatie te geven aan de bedrijfsarts. Maar soms is dat niet voldoende en volgt een loonstop. Bijvoorbeeld bij weigering van het uitvoeren van passend werk, bij vertraging of tegenhouden van de genezing of niet meewerken aan het opstellen van een plan van aanpak.
Als een loonopschorting geen positief resultaat oplevert, dan is een loonstop aan de orde. Het weigerachtig blijven van een werknemer kan leiden tot een ontbinding van de arbeidsovereenkomst via de rechter. Hiervoor heb je als werkgever wel een deskundigenoordeel van het UWV nodig.
Let wel, voor het overgaan tot een loonstop moet de werknemer vooraf een schriftelijke waarschuwing hebben gekregen. Ook moet de werknemer geïnformeerd zijn over het verzuimprotocol.