Meer duidelijkheid over heffing van schenkbelasting bij huwelijkse voorwaarden. Wijzigingsbesluit geeft op een aantal punten duidelijkheid of er sprake is van een belaste schenking bij het aangaan van een huwelijk of het aangaan of wijzigen van huwelijkse voorwaarden.
Omdat de wet en de jurisprudentie niet altijd helderheid geven of een wijziging van het huwelijksvermogensregime tot een schenking leidt, zijn de afgelopen jaren verschillende goedkeurende beleidsbesluiten en een verklarende brief gepubliceerd die richtlijnen geven over de gevolgen voor de schenkbelasting ten aanzien van het aangaan of wijzigen van een huwelijksgoederengemeenschap. Wat kunnen we nu concluderen aan de hand van die verschillende beleidsbesluiten?
Besluit van 5 juli 2010
- Het wijzigen van de huwelijkse voorwaarden kan een schenking inhouden. Hiervan is in ieder geval geen sprake als echtgenoten een algehele gemeenschap van goederen overeenkomen. Ook een ‘verbintenisrechtelijke’ gemeenschap van goederen (denk aan een finaal verrekenbeding) mag worden overeengekomen zonder dat de fiscus schenkbelasting zal heffen. Er is dan immers geen sprake van een voltooide vermogensverschuiving.
- Het wijzigen van het huwelijksvermogensregime in een beperkte gemeenschap van goederen kan wel degelijk een schenking inhouden. Dit is sterk afhankelijk van de feiten en omstandigheden. Geadviseerd wordt om een individuele casus voor te leggen aan de fiscus.
Kamerbrief van 6 februari 2012
In deze Kamerbrief van de toenmalige staatssecretaris is onder andere aangegeven dat ook het tijdens het huwelijk aangaan van een huwelijksgemeenschap met ongelijke aandelen (dus niet 50-50, maar bijvoorbeeld 70/30) geen belastbare schenking inhoudt omdat er nog altijd geen sprake is van een voltooide vermogensverschuiving. De verrijking en de verarming is op dat moment niet vast te stellen.
Wijzigingsbesluit van 30 maart 2018
- Het aangaan van een huwelijk zonder huwelijkse voorwaarden is geen schenking.
- Het aangaan of wijzigen van de huwelijkse voorwaarden tijdens het huwelijk kan een schenking inhouden. Hierbij blijft het bepaalde in het Besluit van 5 juli 2010 gewoon van kracht: het wijzigen van huwelijkse voorwaarden naar de ‘nieuwe’ gemeenschap van goederen is geen belastbare schenking. Er is immers geen sprake van een voltooide vermogensverschuiving.
- Ook het aangaan voor of tijdens het huwelijk naar de ‘oude’ gemeenschap van goederen leidt niet tot een belastbaar feit.
- Voorgaande twee punten gelden ook voor een zogenoemde ‘verbintenisrechtelijke’ huwelijksgemeenschap: een finaal verrekenbeding op grond waarvan echtgenoten met elkaar overeenkomen dat zij bij einde van het huwelijk met elkaar afrekenen alsof er sprake was van een oude of nieuwe gemeenschap van goederen.
- De volgende goedkeuring uit het gewijzigde Besluit ziet op een onderlinge schuldverhouding tussen de echtgenoten ten aanzien van de aanschaf van een woning.
- De Staatssecretaris bepaalt in het kader het volgende:
“Ik keur onder voorwaarden goed dat voor de toepassing van de Successiewet geen sprake is van een schenking als echtgenoten de schuld, die de ene echtgenoot reeds voor het ontstaan van de wettelijke gemeenschap van goederen aan de andere echtgenoot had, buiten de wettelijke gemeenschap van goederen houden. Het betreft de schuld die is ontstaan bij aanschaf van de woning en die is overeengekomen omdat de ene echtgenoot meer eigen vermogen heeft ingelegd.”
Voor de goedkeuring gelden de volgende vier voorwaarden:
- De echtgenoten nemen in de huwelijkse voorwaarden op dat een wettelijke gemeenschap van goederen volgens het vanaf 1 januari 2018 geldende wettelijke huwelijksgoederenregime wordt aangegaan waarin beiden voor gelijke delen gerechtigd zijn.
- Er is sprake van een onderlinge schuld tussen de echtgenoten die is ontstaan bij de gezamenlijke aanschaf van de eigen woning en die zonder nadere afspraak tot de wettelijke gemeenschap van goederen zou behoren.
- In de huwelijkse voorwaarden, waarbij een wettelijke gemeenschap is aangegaan, is alleen met betrekking tot bovengenoemde schuld afgeweken van het wettelijke huwelijksgoederenregime.
- Het betreft de aanschaf van een eigen woning als bedoeld in artikel 3.111 van de Wet inkomstenbelasting 2001.
- Het aangaan van een ‘oude’ gemeenschap van goederen met verschillende breukdelen leidt niet tot een belaste schenking indien het aandeel in het totale vermogen niet meer of minder dan 50% van het vermogen wordt ten opzichte van de situatie van voor het aangaan van de verschillende breukdelen-gemeenschap. Dit onderdeel van het besluit geeft dus een nadere (beperkende) invulling aan hetgeen in de hiervoor gemelde Kamerbrief van 6 februari 2012 is bepaald.
Tot slot
In de praktijk heerst onduidelijkheid over de vraag in welke gevallen het aangaan of wijzigen van huwelijksvoorwaarden tot een schenking leidt. De Staatssecretaris van Financiën heeft nu in een beleidsbesluit vastgelegd in welke situaties het aangaan van een huwelijk of het aangaan of wijzigen van huwelijksvoorwaarden in ieder geval niet tot heffing van schenkbelasting leidt. Dit besluit is op 31 maart 2018 in werking getreden en werkt terug tot en met 1 januari 2018.
Bij het aangaan of wijzigen van huwelijkse voorwaarden is het van belang om de mogelijke gevolgen voor de schenkbelasting goed voor ogen te houden. Onze adviseurs kunnen u desgewenst hierin verder adviseren.