Vóór 1 januari 2028 moeten alle pensioenregelingen passen binnen de kaders van de Wet toekomst pensioenen! Deze overgangsperiode lijkt ruim, maar er is dan ook echt tijd nodig voor het zorgvuldig onderzoeken of en hoe de regeling het best kan worden aangepast. Voor een aanpassing is (veelal) instemming nodig van de individuele deelnemers en hun eventuele partners. Daarnaast kan instemming van een ondernemingsraad, en het informeren van de personeelsvertegenwoordiging en personeelsvergadering onderdeel uitmaken van het traject.
Weet jij nog dat alle pensioenregelingen voor 1 juni 2004, na een overgangsperiode van 5 jaar, ‘Witteveen-proof’ moesten zijn? Veel te veel werkgevers hebben toen gewacht tot voorjaar 2004. Dat laten we ons toch niet nog een keer gebeuren?!
Belangrijk dus, om op tijd in actie te komen en je klanten te ‘mobiliseren’. Vergeet daarbij ook jullie eigen pensioenregeling niet.
Oproep aan het accountantskantoor
Het zijn vooral de werkgevers met een ondernemingspensioenfonds of een verzekerde regeling (al dan niet in combinatie met een PPI) die aandacht nodig hebben. Zij moeten namelijk zelf in actie komen om te beoordelen of gebruik kan worden gemaakt van een overgangsregeling en alleen voor nieuwe deelnemers een nieuwe regeling moet worden georganiseerd of dat de huidige regeling daadwerkelijk moet worden aangepast.
Roep alle werkgevers met een ondernemingspensioenfonds of een verzekerde regeling (met een PPI) dus op om tijdig contact op te nemen met een pensioenadviseur.
Nieuwe pensioenopbouw
In de Wet toekomst pensioenen mogen nieuwe pensioenaanspraken uitsluitend nog in een beschikbare premieregeling worden opgebouwd. De pensioenpremie wordt een gelijk percentage voor iedere deelnemer aan de betreffende regeling. Een premiestaffel met een per leeftijdscohort oplopend percentage is niet meer toegestaan, behoudens overgangsrecht voor bestaande deelnemers aan een bestaande regeling.
Meer informatie: Proces | Werken aan ons Pensioen
Meer weten? Neem contact op met Mariëtte Elling.