Per 1 juli is er regelgeving over huurwoningen ingegaan. Het gaat om de Wet vaste huurcontracten en de Wet betaalbare huur. Wat houden ze in?
Wet vaste huurcontracten
Vanaf 1 juli 2024 mogen alleen nog vaste huurcontracten voor woningen worden afgesloten. Alle nieuwe huurcontracten die verhuurders vanaf dat moment aangaan, zijn dan voor onbepaalde tijd. De lopende tijdelijke huurcontracten van bepaalde duur, die vóór 1 juli 2024 zijn afgesloten, veranderen niet en eindigen automatisch na de afgesproken periode.
Er zijn enkele uitzonderingen op de Wet vaste huurcontracten. Bepaalde groepen, zoals studenten of urgent woningzoekenden, mogen soms toch een tijdelijk huurcontract (voor maximaal 2 jaar) krijgen. Ook blijft huren onder de Leegstandswet nog mogelijk.
Meer informatie over de Wet vaste huurcontracten is te vinden op Rijksoverheid.nl
Wet betaalbare huur
Ook de Wet betaalbare huur is per 1 juli 2024 ingegaan. Daarmee komt er een nieuwe sector huurwoningen: de middenhuur. In deze sector mogen verhuurders niet meer zelf bepalen hoeveel huur ze vragen. Hoe hoog de huur van deze woningen mag zijn, hangt voortaan af van de kwaliteit van de woning. Het gaat om huurwoningen die op basis van onder meer oppervlakte, WOZ-waarde en energielabel tussen de 144 en 186 huurpunten hebben. Die mogen voortaan nog maar een huur hebben van tussen de € 879,67 tot en met € 1.157,95.
Vragen verhuurders te veel huur, dan kan de huurder via de huurcommissie huurverlaging eisen. Ook kunnen gemeentes boetes geven voor te hoge huren. Gemeentes gaan dat pas vanaf 1 januari 2025 doen.
De regeling voor middenhuur geldt alleen voor nieuwe huurcontracten, afgesloten op of na 1 juli 2024. Huurwoningen van dezelfde kwaliteit, maar met een huurcontract dat is afgesloten voor 1 juli 2024, vallen in de vrije sector.
Meer informatie over de Wet betaalbare huur is te vinden op: Rijksoverheid.nl