Eind oktober zijn een groot aantal moties aangenomen door de Tweede Kamer waardoor het Belastingplan 2024 op punten wijzigt.
Verhoging tarieven van box 2 en 3 met twee procentpunt
Per 1 januari 2024 geldt een tweeschijventarief in box 2. Dit amendement regelt dat per 1 januari 2024 het hoogste tarief in box 2 wordt verhoogd van 31% naar 33%. Dit tarief geldt voor zover het belastbaar inkomen in box 2 meer bedraagt dan €67.000 (2024). Dit amendement regelt daarnaast dat het tarief in box 3 wordt verhoogd. In het wetsvoorstel wordt voorgesteld het tarief met ingang van 1 januari 2024 te verhogen van 32% naar 34%. Door dit amendement wordt het tarief met ingang van 1 januari 2024 verder verhoogd naar 36%
Grens excessief lenen verlaagd naar €500.000
De grens voor excessieve leningen is verlaagd van €700.000 naar €500.000. De Kamer wil een eind maken aan de hoge schulden bij de eigen bv van de dga en anderen met een aanmerkelijk belang. Het aangenomen amendement betekent dat meer dga’s inkomstenbelasting in box 2 moeten gaan betalen (namelijk over het bedrag boven €500.000). De Belastingdienst bepaalt eind dit jaar de hoogte van de schuld aan de eigen bv van de dga. Waarschijnlijk geldt de nieuwe grens dan nog niet.
Verhoging bankenbelasting met 150 miljoen euro
In artikel 10 van de Wet bankenbelasting is het tarief van de bankenbelasting vastgelegd. Het eerste lid van dat artikel voorziet in een tweeledig tarief. Enerzijds een tarief over het deel van het belastbare bedrag dat betrekking heeft op kortlopende schuld. Daarnaast een tarief over het deel van het belastbare bedrag dat op langlopende schuld betrekking heeft. De voorgestelde aanpassingen in artikel 10, eerste lid, van de Wet bankenbelasting regelen dat per 1 januari 2024 het tarief over het deel van het belastbare bedrag dat betrekking heeft op kortlopende schuld wordt verhoogd van 0,044% naar 0,058% en het tarief over het deel van het belastbare bedrag dat op langlopende schuld betrekking heeft, wordt verhoogd van 0,022% naar 0,029%.
Mkb-winstvrijstelling 0,61 procentpunt minder verlaagd
Middels dit amendement wordt de voorgestelde verlaging van de mkb-winstvrijstelling voor 2024 nagenoeg gehalveerd, waarmee de mkb-winstvrijstelling op een percentage van 13,31 procent komt. Hiermee kunnen IB-ondernemers in dit jaar een grotere aftrekpost op hun winst hanteren. Voor de periode na 2024 menen de indieners dat het aan een volgend kabinet is om te besluiten wat een gepast tarief voor de mkb-winstvrijstelling moet zijn.
Het stapsgewijs afbouwen van de IACK en het uitstellen van de afschaffing tot 2027
Dit amendement implementeert een rechtvaardiger en logischer afbouw van de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) dan de afbouw die het kabinet vorig jaar heeft voorgesteld. Dit amendement regelt twee zaken. Allereerst bouwt het amendement de IACK af in negen stappen voor alle ouders die op basis van hun inkomens- en gezinssituatie recht hebben op de IACK, inclusief ouders van kinderen geboren na 31 december 2024. Verder stelt het amendement de afschaffing van de IACK met twee jaar uit, van 2025 naar 2027. Hiermee wordt aangesloten bij het feit dat het nieuwe kinderopvangstelsel twee jaar vertraagd is en in 2027 ingaat.
Versoberen 30%-regeling
Dit amendement regelt dat per 1 januari 2024 het bedrag dat forfaitair kan worden beschouwd als een vergoeding van kosten en verstrekkingen van verblijf buiten het land van herkomst (de 30%-regeling) voor ingekomen werknemers voor ten hoogste de eerste 20 maanden kan worden gesteld op ten hoogste 30% van het belastbare loon , voor ten hoogste de daaropvolgende 20 maanden op ten hoogste 20% van dat loon en voor ten hoogste de daaropvolgende 20 maanden tot ten hoogste 10% van dat loon. Na 60 maanden is de maximale looptijd van een beschikking met betrekking tot de 30%-regeling verstreken. Bij een beschikking met een kortere looptijd dan 60 maanden gelden dezelfde percentages en perioden, waarbij het recht op toepassing van de 30%-regeling stopt op het moment dat de looptijd van de beschikking met betrekking tot de 30%-regeling is verlopen. Er geldt een overgangsregeling voor werknemers die in het laatste tijdvak van 2023 een vergoeding genoten waarvoor deze werknemers in het bezit waren van een 30%-beschikking.
Verlaging energiebelasting
Er komt een verlaging van het tarief in de (nieuwe) eerste schijf elektriciteit. Deze lastenverlichting komt voor circa 90% bij huishoudens terecht. De tariefverlaging bedraagt in 2024 €0,00001 per kWh voor het verbruik tot 2.900 kWh. De 200 miljoen die dit amendement kost, wordt grotendeels betaald door werkgevers via de inkomstenbelasting van werknemers.
Afschaffen van de buitenlandse partiële belastingplicht
De buitenlandse partiële belastingplicht is een aanvullende fiscale faciliteit voor expats die gebruik maken van de 30%-regeling. Door deze faciliteit hoeven zij geen box 2 of 3 belasting te betalen over hun buitenlands kapitaalinkomen. Deze faciliteit is door de Belastingdienst aangemerkt als een “opmerkelijke belastingconstructie”. Dit amendement schaft de buitenlandse partiële belastingplicht af. Hierbij geldt een overgangsregeling, waardoor de laatste expat nog uiterlijk tot en met 2026 gebruik kan maken van deze fiscale regeling. De opbrengsten vloeien terug naar de algemene middelen.
Accijnskorting op benzine, diesel en LPG
De geplande accijnsverhoging van 1 januari 2024 zet de betaalbaarheid van vaste uitgaven voor veel gezinnen verder onder druk. Daarom stellen de indieners van dit amendement voor om deze accijnsverhoging voor benzine, diesel en LPG in 2024 niet door te laten gaan. Bij ongewijzigd beleid had deze voorgenomen accijnsverhoging ertoe geleid dat 1 liter benzine met bijna 21 eurocent extra belast zou worden. Met dit amendement wordt daarom deze prijsstijging voorkomen. De vanaf 1 juli 2023 geldende accijnskorting voor benzine, diesel en LPG wordt met dit amendement één jaar doorgetrokken en de reguliere verhoging (indexatie) per 1 januari 2024 wordt niet doorgevoerd.
Regeling voor fiscaal bovenmatige pensioenregelingen
Deelnemers kunnen in een theoretisch geval meer dan 100% pensioen opbouwen. Het gaat hier met name om de pensioenregeling voor kappers die afwijkend van de meeste regelingen in Nederland geen franchise kent. Hierdoor kunnen deelnemers over het hele inkomen pensioen opbouwen. Daarin speelt mee dat in deze sector de meeste werknemers een startsalaris hebben op of net boven het wettelijk minimumloon. Met dit amendement wordt een regeling getroffen voor deze specifieke situatie waarbij artikel 38q, derde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 wordt beperkt in de tijd en vervalt per 1 januari 2026.
Halveren van de verhoging van de alcoholaccijns en het verhogen van de accijns op tabak en de kansspelbelasting
De voorgenomen stijging van de alcoholaccijns wordt gehalveerd, vooral om slijterijen in grensgebieden te helpen. De tabaksaccijns gaat verder omhoog net als de kansspelbelasting.
Geen afschaffing van de giftenaftrek Vpb, verlaging maximumbedrag excessief lenen eigen BV
Dit amendement regelt dat de afschaffing van de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting voor giften onder de €100.000 niet doorgaat. Ter dekking wordt het maximumbedrag voor excessief lenen uit de eigen BV verlaagd van €700.000 naar €500.000.
In het Belastingplan 2024 wordt de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting afgeschaft. Dit is een versobering in de giftenaftrek voor giften onder de €100.000. In plaats daarvan wordt de faciliteit voor het schenken aan goede doelen vanuit de eigen vennootschap uitgebreid. Dit is een maatregel waar vooral de grote bedrijven met relatief grote giften bij gebaat zijn. Indieners vinden het niet terecht dat deze verruiming wordt gefinancierd met het versoberen van de giftenaftrek voor kleinere giften. Dit raakt met name ondernemingen uit het midden- en kleinbedrijf (mkb). Om te voorkomen dat de voorgestelde aanpassing voor grotere giften ten koste gaat van de aftrek van kleinere giften, dienden zij dit amendement in.
Verlagen van vergoedingen inzake Wahv-zaken
Dit amendement regelt dat de vergoedingen ter tegemoetkoming in de kosten voor door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand in het kader van procedures tegen administratieve sancties als bedoeld in de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) worden verlaagd op dezelfde wijze als in het wetsvoorstel wordt voorgesteld ten aanzien van procedures tegen een WOZ-beschikking, bpm-aangifte of bpm-naheffingsaanslag. Verder regelt dit amendement, in lijn het met wetsvoorstel, dat uitbetalingen die voortvloeien uit een beslissing op het administratief beroep of een uitspraak op beroep bij de kantonrechter of hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitsluitend plaatsvinden op een bankrekening die op naam staat van degene tot wie de beschikking waarbij de administratieve sanctie is opgelegd, is gericht. Deze wijzigingen worden opgenomen in artikel 13a van de Wahv, dat ziet op het administratief beroep bij de officier van justitie en beroep bij de kantonrechter. Doordat artikel 13a Wahv van overeenkomstige toepassing is verklaard in artikel 20d, vierde lid, van die wet, gelden de wijzigingen ook voor het hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Bedrijfsopvolgingsregeling en schenk- en erfrecht voor familiebedrijven
In het wetsvoorstel wordt het lage percentage van de vrijstelling goingconcernwaarde van de bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting (BOR) met ingang van 1 januari 2025 verlaagd van 83% naar 70%. Dit amendement zorgt ervoor dat het lage percentage niet wordt verlaagd naar 70%, maar naar 75%.
Bron: AccountancyVanmorgen
Fiscale eindejaarstips 2023 NBA
De NBA-uitgave ‘Eindejaarstips 2023’ is ook beschikbaar. De publicatie bevat fiscale tips voor ondernemers, werkgevers, dga’s, btw-tips en tips voor alle belastingplichtigen.