Helpdeskvraag
“Mijn klant heeft een bv met een levenslange stamrechtverplichting. Zij wil van haar bv af nu zij wat ouder wordt. De activa bestaan alleen uit liquiditeiten. Wat te doen met het stamrecht? Hoe kan mijn klant haar bv met stamrechtverplichting liquideren?”
Ons advies
Algemeen
Als adviseur in het mkb krijg je deze vraag vast vaker. De klant wil eenvoud en wil bij overlijden de partner niet achterlaten met een bv (waarin een verplichting zit). Het zomaar liquideren van een bv, terwijl er nog een pensioen-, stamrecht-, lijfrenteverplichting of ODV op de balans staat, levert fiscale sancties op. Zie ook mijn eerdere publicatie hierover.
Gelukkig heeft de bv van de klant voldoende liquiditeiten, waardoor er diverse opties zijn.
Opties stamrecht
Allereerst moet worden beoordeeld wat wordt bedoeld met ‘stamrecht’. In de praktijk wordt deze term ook gebruikt voor een lijfrente (ontstaan bij inbreng van de onderneming in de bv). In dit geval blijkt het te gaan om een ontslagvergoeding (gouden handdruk), die in het verleden is gebruikt als koopsom voor een stamrecht bij de bv.
Nu het om loonbelastingstamrecht gaat, kan de klant het volgende overwegen:
- Afkopen: de commerciële waarde van het stamrecht wordt ineens uitgekeerd (verloond).
- Looptijd verkorten: de commerciële waarde van het stamrecht wordt gebruikt voor een periodieke uitkering met een kortere looptijd. De minimale looptijd is 1 jaar nu de DGA de AOW-leeftijd is gepasseerd.
- Overdragen: de commerciële waarde van het stamrecht wordt afgestort bij een professionele uitvoerder, een verzekeraar (stamrechtverzekering), bank (bankspaarproduct) of beleggingsinstelling (beleggingsstamrecht).
Na uitvoering van optie 1 of 3 kan de bv direct worden geliquideerd. Bij optie 2 blijft de bv nog een beperkte periode bestaan. Welke optie het meest passend is, hangt af van de specifieke situatie van de klant.
Aandachtspunten
Alle drie de opties zijn fiscaal toegestaan en er is geen afstemming met de Belastingdienst nodig. Actuariële berekeningen vormen de basis en de wijzigingen moeten worden vastgelegd in notulen AV en – bij opties 1 en 2 – een addendum op stamrechtovereenkomst.
De BV is inhoudingsplichtig voor alle stamrechtuitkeringen, inclusief afkoop. Op de uitkeringen moet dus loonheffing worden ingehouden en afgedragen aan de Belastingdienst.
Overdracht aan een professionele partij gebeurt zonder inhoudingen. De bv maakt de waarde van het stamrecht rechtstreeks naar de nieuwe uitvoerder over.
Geen liquidatie maar emigratie
De bv is uitsluitend een toegelaten uitvoerder van het stamrecht, als deze in Nederland is gevestigd en de stamrechtverplichting blijft rekenen tot het binnenlands (= Nederlands) ondernemingsvermogen. Aan deze fiscale voorwaarde wordt niet meer voldaan, als bij emigratie van de DGA geen bestuurder in Nederland is aangewezen. De bv wordt dan namelijk geacht met de DGA mee te emigreren.
Is het een emigratie naar een andere EU-lidstaat of EER-land dan kan de Belastingdienst worden verzocht de bv aan te wijzen als toegelaten uitvoerder van het stamrecht. Emigreert de DGA naar een ander land, dan is deze aanwijzing niet mogelijk en moet het stamrecht uit de BV worden gehaald.
De emigrerende DGA heeft dezelfde 3 opties als hiervoor toegelicht, met de opmerking dat bij optie 2 moet worden gekozen voor een looptijd die eindigt voor de formele emigratie.
Wordt vervolgd!
Een pensioen, ODV of lijfrente in de bv? Mariëtte Elling gaat hier in volgende artikelen verder op in.