Jouw klant heeft verteld dat hij gaat scheiden. Ze hebben samen kinderen. Wie houdt of krijgt de zeggenschap over de kinderen, hoe wordt bepaald waar de kinderen gaan wonen en wie gaat er voor ze betalen?
Zo goed mogelijk regelen voor de kinderen
Een van de grootste zorgen bij een echtscheiding is waarschijnlijk dat het voor de kinderen zo goed mogelijk moet worden geregeld. In het geval er minderjarige kinderen zijn, is het wettelijk verplicht een ouderschapsplan te maken waarin de afspraken over de kinderen vastliggen. Het gaat dan om afspraken over de woonplaats van het kind, de verdeling van zorg- en opvoedtaken, wie de betaling van welke kosten voor zijn rekening neemt, over de beslissingsbevoegdheid (wie beslist waarover) en de informatie aan de andere ouder over belangrijke zaken betreffende het kind zelf of het vermogen van het kind. Dit ouderschapsplan moet er zijn op het moment dat het verzoek tot echtscheiding wordt ingediend, want zonder een dergelijk plan doet de rechter geen uitspraak over de scheiding. De verplichting bestaat als partijen gezamenlijk juridisch ouders zijn of als zij gezamenlijk het gezag uitoefenen over de minderjarige kinderen. Het maakt daarbij niet uit of zij gehuwd, geregistreerd partner of samenwonend zijn. Als samenwoners uit elkaar gaan, is er doorgaans geen controle op de uitvoering van deze plicht. Zij komen meestal niet bij een rechter. Op het moment dat zij bij het uit elkaar gaan of later toch samen bij een rechter komen, ziet deze erop toe dat het ouderschapsplan er is of alsnog komt.
De kinderen moeten bij het maken van de afspraken worden betrokken, voor zover dat past bij de leeftijd van dat kind. Vanaf 12-jarige leeftijd nodigt de rechter het kind uit zijn mening te geven over zaken als het ouderlijk gezag, de woonplaats, de omgangsregeling en de informatieverstrekking aan de andere ouder. Als de rechter het in een bepaalde situatie belangrijk vindt, kan hij ook jongere kinderen horen. Vanaf 16 jaar mogen kinderen ook hun mening geven over de kinderalimentatie. Een kind mag en kan afzien van dit recht gehoord te worden. Alternatief is dat het in een kindverklaring aangeeft niet gehoord te hoeven worden, waar hij wil wonen, dat hij het eens is met het afspraken in het ouderschapsplan en de kinderalimentatie. Uiteindelijk zijn het de ouders met het gezag die beslissen over de regelingen over en voor de minderjarige kinderen, eventueel afgedwongen door een rechter.
Verplichtingen en rechten
Juridisch ouder zijn en gezag hebben
Het klinkt zo eenvoudig, de ouders moeten afspraken maken over de kinderen. Maar wie zijn die ouders en wat zijn precies de verplichtingen en – niet te vergeten – de rechten? We onderscheiden twee rollen: de juridische ouder en degene met het gezag over het kind. Eén persoon kan zowel ouder zijn als het gezag hebben, maar dat hoeft niet. Een kind kan maximaal twee ouders hebben en twee mensen met gezag. Hoewel ongebruikelijk, kunnen dit vier verschillende personen zijn. Zodra het kind 18 jaar wordt en meerderjarig is, vervalt het gezag. Aangenomen wordt dat het kind zich vanaf dat moment zelf kan vertegenwoordigen en zelf beslissingen kan nemen.
De juridische ouder heeft een wettelijk recht op omgang met het kind, maar misschien nog wel belangrijker: het kind heeft recht op omgang met zijn ouders en recht op ontzegging van die omgang. Ouders hebben verder, ook na het huwelijk, de plicht hun kind te voorzien in zijn levensonderhoud. Vanaf 21-jarige leeftijd van het kind bestaat deze onderhoudsplicht alleen nog indien het kind zelf niet kan zorgen voor de basisbehoeften. Ten slotte heeft een ouder de plicht de andere ouder (voor zover die er is) te informeren en raadplegen over belangrijke aangelegenheden betreffende het kind en zijn vermogen en moet hij aanmoedigen dat het kind een band met de andere ouder houdt of krijgt.
De juridische ouder is niet automatisch de wettelijke vertegenwoordiger van het minderjarige kind. Dat is namelijk degene die het gezag heeft. Die mag beslissen over bijvoorbeeld de woonplaats, de schoolkeuze, medische ingrepen en op welke sport het kind gaat. Daarnaast voert degene met het gezag in beginsel het bewind over het vermogen van het kind. Als laatste maar niet het onbelangrijkste, is de persoon met gezag verplicht het kind te verzorgen en op te voeden. Deze persoon zorgt dat het kind niet alleen te eten heeft, maar ook leert hoe het moet eten, tandenpoetsen, enzovoort en is verantwoordelijk voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Zou er niemand meer zijn met gezag over een minderjarig kind, dan is er een voogd nodig. Bijzondere omstandigheid kan zijn dat er één ouder met en één ouder zonder gezag is. In dat geval beslist de ouder met gezag uiteindelijk.
Met al deze rechten en plichten is het onderkennen van de juridische status bij een scheiding erg belangrijk. Pas nadat helder is wie de ouder(s) is of zijn en wie het gezag heeft of hebben, is duidelijk wie bepaalde verplichtingen heeft en wie beslissingsbevoegd is. Het bepalen wie in welke situatie ouder is en wie gezag heeft, is zeer complex. Belangrijke factoren hierbij zijn onder andere de datum waarop het kind is geboren, of dat tijdens, voor of na het huwelijk was en of er een onbekende of een bekende donor bij is betrokken. Het gaat dit artikel te buiten dit uitgebreid te bespreken en daarom volstaan we met een korte toelichting van veelvoorkomende situaties waarbij geen bijzondere omstandigheden spelen.
Het volgende voorbeeld geeft de meest eenvoudige en duidelijke situatie weer.
Hans en Vera zijn gehuwd en hebben tijdens het huwelijk twee kinderen gekregen, Fien (12) en Oscar (10). Hans en Vera zijn dan allebei juridisch ouder en hebben beiden het gezag over de kinderen. Zij hebben daarom evenveel inspraak en zeggenschap bij de beslissing over de woonplaats, de zorg en opvoeding van Fien en Oscar en hebben beiden de plicht bij te dragen aan het levensonderhoud van de kinderen. Zij maken samen een ouderschapsplan voordat zij het verzoek tot echtscheiding indienen. Hierna lichten we andere situaties toe.
man / vrouw (het kind is geboren uit deze vrouw)
Is een kind op of na 1 april 2014 geboren tijdens een geregistreerd partnerschap, dan zijn de man en vrouw automatisch ouder met gezag. Dan is de situatie gelijk aan een huwelijk. Is het kind geboren voor april 2014, dan moest de vader het kind erkennen om juridisch ouder te worden maar heeft de vader wel vanaf de geboorte het gezag.
De vader van een kind dat is geboren tijdens een periode van samenwonen, moet het kind erkennen om als juridisch ouder te worden aangemerkt. Voorheen moest het gezag apart worden aangevraagd, maar sinds 2023 krijgt de vader het ouderlijk gezag automatisch bij het erkennen van het kind. Heeft de vader het kind vóór 2023 wel erkend maar is geen gezag aangevraagd, dan kan hij dit alsnog regelen. Voor zover de vader nog geen gezag heeft, ontstaat dit vanaf het moment dat de beide ouders in het huwelijk treden.
vrouw / vrouw (het kind is geboren uit een van beiden)
Van kinderen die tijdens het huwelijk, na 1 april 2014 en na bevruchting door een aanvankelijk anonieme donor (1) zijn geboren, zijn beiden juridisch ouder en hebben beiden het gezag. Er is dan een moeder en een duomoeder (ook wel meemoeder). Is de donor wel bekend, dan heeft de ander automatisch het gezag, maar moet zij het kind erkennen of adopteren om ouder te worden. In het geval het kind voor april 2014 is geboren, moest de ander het kind adopteren voor het moederschap. Tegenwoordig kan dit ook door het kind te erkennen. Van kinderen die tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap zijn geadopteerd door beide vrouwen zijn zij beiden ouder en hebben zij beiden het gezag. Is een kind vóór het huwelijk geboren en heeft de andere vrouw het kind toentertijd erkend, dan heeft zij vanaf het moment van het huwelijk het ouderlijk gezag.
man / man
De moeder uit wie een kind is geboren is wettelijk gezien ouder met gezag. Eén van beide mannen kan het kind adopteren en zo ook ouder met gezag worden. Een kind kan in juridische zin ‘maar’ twee ouders hebben, dus alleen als de moeder het kind afstaat voor adoptie (zij doet afstand van juridisch ouderschap en gezag), is de weg vrij voor de andere man. Die kan het kind dan erkennen of adopteren om duo-vader met ouderlijk gezag te worden. Voor kinderen die tijdens het huwelijk zijn geadopteerd door beide mannen hebben beiden het ouderlijk gezag.
(1) Dit is de donor die voor beiden onbekend was toen de bevruchting plaatsvond. Hiervan moet bij de aangifte van de geboorte een formele verklaring van de kliniek waar de bevruchting heeft plaatsgevonden worden aangeleverd. Zo is duidelijk dat de vader geen rol speelt bij de opvoeding en verzorging van dit kind.
Bovenstaande informatie hebben Mariëtte Elling, Fenna Maertens en Maartje Mathijsen eerder verwerkt in een artikel voor Vp-bulletin 2019/49. De tekst is waar nodig geactualiseerd.