Wettelijke reserve bij 50% belang
Niet uitgekeerde resultaten van deelnemingen kunnen leiden tot het moeten vormen van een wettelijke reserve bij de moedermaatschappij. Er moet namelijk een wettelijke reserve worden aangehouden:
- voor het nog niet (als dividend of anderszins) ontvangen aandeel in het resultaat van deelnemingen die zijn gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode
- voor zover de deelnemende vennootschap niet in staat is om uitkeringen zonder beperkingen te bewerkstelligen
(artikel 2:389 lid 6 BW).
Een voorbeeld van een beperking is het niet kunnen afdwingen van een besluit tot uitkering, bijvoorbeeld in de situatie van een minderheidsaandeelhouder.
Het belang is precies 50%
Wanneer het belang in een deelneming precies 50% is, dan kan de situatie ontstaan dat de deelnemende vennootschap niet in staat is om de uitkeringen te realiseren. Een en ander hangt af van de bepalingen in de statuten: wat moet gebeuren wanneer de stemmen staken en wanneer geen voorkeursrechten zijn geregeld. Dit kan ook het geval zijn, wanneer de aandelen in letteraandelen zijn verdeeld en ieder over eigen reserves kan beschikken.
In het geval dat er geen uitzonderingen zijn geregeld en de deelnemende vennootschap slechts 50% belang heeft in de deelneming, en deze kan geen uitkering realiseren, dan moet volgens Artikel 2:389 lid 6 BW een wettelijke reserve gevormd worden.