Op 7 november 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland geoordeeld dat de belastingrente die de Belastingdienst vanaf 2022 berekent over de aanslagen vennootschapsbelasting in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. In onze blog van 19 november hebben wij hierover al eerder geschreven.
We hebben meerdere malen de vraag gekregen of we een modelbezwaarschrift hebben en op welk moment je bezwaar moet maken. Daarom is er (voor leden van Auxilium) een model verzoek-/bezwaarschrift aan de modellenbibliotheek toegevoegd.
Voorlopige aanslag
Dien je de aangifte vennootschapsbelasting na 1 juni in of wijkt de Belastingdienst af van de aangifte, dan kan de Belastingdienst belastingrente berekenen bij het opleggen van een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting.
Ben je het niet eens met de belastingrente op de voorlopige aanslag, dan moet je een verzoek om herziening indienen. Wijst de Belastingdienst het verzoek af, dan kun je daartegen in bezwaar komen.
De termijn voor het instellen van het bezwaar eindigt op de dag van dagtekening van de aanslag waarmee de voorlopige aanslag wordt verrekend (de definitieve aanslag). De bezwaartermijn kan dus langer zijn dan zes weken.
De Belastingdienst moet binnen zes weken beslissen op het bezwaar tegen een geheel of gedeeltelijke afwijzing van het verzoek om herziening.
In het modelbezwaarschrift zijn deze stappen in de eerste en tweede alinea opgenomen.
Definitieve aanslag
Bij het opleggen van de definitieve aanslag vennootschapsbelasting kan wederom belastingrente in rekening worden gebracht. Dit is het geval als er geen voorlopige aanslag is opgelegd en de aangifte na 1 juni is opgelegd en/of de Belastingdienst afwijkt van de aangifte.
De Belastingdienst kan correcties doorvoeren na controle van de aangifte. Over het surplus ten opzichte van de voorlopige aanslag wordt dan belastingrente berekend. Hetzelfde geldt voor een navorderingsaanslag.
Dien het bezwaar in binnen zes weken na dagtekening van de aanslag. In alinea 3 van het modelbezwaarschrift is het bezwaar tegen de definitieve aanslag opgenomen.
Hoe hoog mag de belastingrente wel zijn
De rechter heeft in de betreffende uitspraak een rente van 4% vastgesteld. Dit was op dat moment de rente voor niet Vpb-belastingplichtigen.
In ons modelbezwaarschrift hebben we verschillende standpunten opgenomen. Het primaire standpunt is dat de belastingrente 0% moet zijn. Omdat het maar zeer de vraag is of dit percentage reëel is, staan onder de subsidiaire standpunten alternatieve manieren om de rente te bepalen.
In de eerste plaats is dit de hoogte van de invorderingsrente. Invorderingsrente is rente die de Belastingdienst in rekening brengen als je jouw belastingaanslag niet binnen de wettelijke betalingstermijn betaalt. Deze rente betaal je ook als je uitstel van betaling hebt gekregen. De hoogte van de invorderingsrente staat vermeld op de website van de Belastingdienst.
Als volgende alternatief sluiten we aan bij het minimumpercentage in artikel 1, lid c Besluit belasting- en invorderingsrente.
Ten slotte nemen we het standpunt in dat de belastingrente die geldt voor de inkomstenbelasting ook voor de vennootschapsbelasting moet worden gebruikt. De rente voor de inkomstenbelasting is op dit moment lager dan de belastingrente voor de vennootschapsbelasting. Voor het meest recente percentage verwijzen wij je naar de Belastingdienst.
Alleen voor de vennootschapsbelasting?
De rechtbank heeft een uitspraak gedaan over de belastingrente op een aanslag vennootschapsbelasting. Het is maar zeer de vraag of dit ook gevolgen heeft voor andere belastingen, maar dit kunnen we niet uitsluiten. Je kunt daarom overwegen om ook in actie te komen tegen belastingrente op andere belastingen zoals de inkomstenbelasting.
Let op: de kans is aanwezig dat de Belastingdienst het bezwaar afwijst. De Belastingdienst zal namelijk waarschijnlijk hoger beroep instellen tegen de uitspraak van de rechtbank. Het is daarom mogelijk dat je een beroepsprocedure moet starten.
Hulp nodig?
We helpen je graag! Stuur een mail aan fiscaal@auxiliumadviesgroep.nl.