Bij het voeren van een financiële administratie is het belangrijk om niet alleen de cijfers te beheren, maar ook de activiteiten en transacties van klanten goed te begrijpen.
In een casus voldeed een administratiekantoor niet aan de verplichtingen van het Bureau Financiële Transacties (BFT) en aan de Sanctiewet en de gevolgen daarvan. Een administratiekantoor was verantwoordelijk voor de boekhouding en fiscale aangiftes van een besloten vennootschap die jarenlang elektronica in China inkocht en deze verkocht aan partijen in Rusland en omliggende landen zoals Kazachstan. Na de inval van Rusland in Oekraïne wijzigde de vennootschap zijn naam en activiteiten in het handelsregister. Het administratiekantoor ontving alleen bankmutaties en geen in- of verkoopfacturen, waardoor het moeilijk was om de werkelijke bedrijfsactiviteiten te verifiëren.
Ondanks dat de leveranciers ongewijzigd bleven, constateerde het kantoor een significante omzetgroei en een verschuiving in leveringen De leveringen gingen in verband met de sancties tegen Rusland niet meer naar afnemers in Rusland zelf, maar uitsluitend naar landen rond Rusland. De vennootschap verklaarde dat de opbrengsten als vergoeding voor bemiddeling werden verantwoord. Het administratiekantoor, zich bewust van de sancties tegen Rusland, vroeg de eigenaar om uitleg. Deze verzekerde dat de geleverde goederen niet onder de sancties vielen en dat de omzetgroei het gevolg was van kansen die ontstonden doordat andere leveranciers stopten met leveren. Het kantoor accepteerde deze verklaring zonder verder onderzoek te doen.
De gevolgen
Kort na deze gebeurtenissen viel de FIOD binnen bij het administratiekantoor en nam de administratie van de vennootschap in beslag. Terugkijkend op deze relatie erkende het
administratiekantoor verschillende tekortkomingen:
- onvoldoende zicht te hebben gehad op de feitelijke activiteiten/goederenbeweging van de vennootschap
- onvoldoende alert en doortastend gehandeld te hebben in reactie op veranderingen bij de vennootschap (naamswijziging, omzet groei, omschrijving producten, wijzigingen in leveringen)
- onvoldoende onderzoek te hebben gedaan naar mogelijke overtredingen van de Sanctiewet (handel in elektronica, mogelijk handel in ‘dual use goods’)
Wat ging er mis
Het administratiekantoor had geen risicoprofiel van de klant opgesteld, wat cruciaal is voor het identificeren van risico’s op witwassen en financiering van terrorisme. De ontwikkelingen bij de
vennootschap hadden aanleiding moeten geven tot een verscherpt klantenonderzoek. Door dit na te laten, voldeed het kantoor niet aan de monitoringsverplichting van het BFT.
Leidraad Financiële Sanctieregelgeving
Volgens de Leidraad Financiële Sanctieregelgeving van het ministerie van Financiën moeten organisaties, inclusief administratiekantoren, zich houden aan de Sanctiewet. Dit houdt in dat zij
maatregelen moeten nemen om te voorkomen dat zij in strijd handelen met sanctieregelingen. Als sancties mogelijk een rol spelen, moet er bijvoorbeeld verplicht verscherpt klantenonderzoek
worden gedaan. Bij het vermoeden van betrokkenheid bij gesanctioneerde partijen of transacties is het verplicht om een ongebruikelijke transactie te melden bij de FIU Nederland. Het niet naleven van deze wetgeving is een economisch delict en kan leiden tot ernstige juridische gevolgen.
Conclusie
Deze casus benadrukt het belang van een grondige en zorgvuldige administratie, waarbij niet alleen de cijfers, maar ook de activiteiten van klanten goed worden doorgrond. Accountants- en administratiekantoren moeten alert zijn op signalen van ongebruikelijke transacties en gepast reageren om te voldoen aan de wet- en regelgeving. Het is essentieel om een risicoprofiel op te stellen en regelmatig klantenonderzoek uit te voeren. Vooral in een tijd waarin financiële sancties steeds belangrijker worden.
Bron Belastingdienst
NB Onderzoek BFT naar adviseurs van horecaondernemingen, onder wie accountants.
Het Bureau Financieel Toezicht (BFT) start een onderzoek naar adviseurs van horecaondernemingen, onder wie accountants. De reden dat de BFT een onderzoek start, is dat de horecabranche kwetsbaar is voor georganiseerde ondermijnende criminaliteit zoals witwassen. Dat komt doordat er veel contant geld in omgaat. Bij klanten uit branches met verhoogde witwasrisico’s, zoals horeca, wordt extra alertheid verwacht. Het BFT gaat een aantal adviseurs selecteren en beoordelen of zij hun rol als poortwachter bij hun klanten naar behoren vervullen. Vervolgens wordt contact opgenomen met de adviseurs met specifieke vragen over hun klant(en). De betrokken Wwft-instellingen ontvangen individueel terugkoppeling van het BFT over de resultaten van het onderzoek.
